Teksten voor documenten programma

Binnen het ‘Teksten voor documenten’ programma zijn de teksten voor verschillende documenten in te stellen. Het gaat hier om teksten die geprint en/of gemaild worden. De volgende hoofdstukken behandelen de afzonderlijke opties in het programma.

1. Taal

De in te stellen talen kunnen worden aangepast in tabel 024 in het ‘Onderhoud tabellen’ programma. Binnen deze tabel worden alle talen ingesteld en de volgorde hiervan.

Door het kiezen van de taal worden de gegevens die hierbij horen ingeladen in het programma.

2. Documenttype

Hiermee worden de verschillende teksten de verschillende typen teksten geselecteerd.

3. Intervallen

Hiermee zijn de verschillende intervallen te kiezen. Per interval kan er een afwijkende tekst ingevuld worden.
Hoe deze intervallen kunnen worden ingesteld en wat de functie hiervan is, is beschreven op
pagina ‘Voor alle bedrijven’ > ‘Onderhoud administraties’.

4. Annuleer buttons

Wanneer het programma wordt afgesloten, of wanneer er van taal/documenttype/interval wordt gewisseld,  dan worden de aanpassingen opgeslagen. Tot die tijd kunnen alle aanpassingen per tekst ongedaan gemaakt worden met de annuleer button.

5. Kop/voettekst

De kop- en voettekst worden gebruikt bij documenten die afgedrukt worden, en wordt bij een email als bijlage in de email bijgevoegd. De koptekst is per interval in te stellen, de voettekst is gelijk voor alle intervallen.

6. Email tekst

De email tekst wordt per mail verstuurd. Deze email hoeft niet de aanmaning zelf te bevatten, de mail zou kunnen omvatten dat er een aanmaning is verstuurd. Bij de email wordt namelijk automatisch een bijlage toegevoegd, deze bijlage omvat de ingestelde kop/voettekst voor de betreffende interval.

Het is mogelijk om speciale codes in te voren in dit veld om bijvoorbeeld een gepersonaliseerde mail te maken. Dit is mogelijk voor de documenttypes ‘Incassospecificatie’ en ‘Betalingsspecificatie’.

De gegevens die hiervoor worden gebruikt (voor crediteuren) kunnen worden ingevoerd in het programma ‘Crediteuren’ > ‘Onderhoud crediteuren’ op het tabblad ‘Betalingsgegevens’ bij de optie ‘Specificatie’.

De gegevens die hiervoor worden gebruikt (voor debiteuren) kunnen worden ingevoerd in het programma
‘Debiteuren’ > ‘Onderhoud debiteuren’ op het tabblad ‘Betalingsgegevens’ bij de optie ‘Specificatie’.
Het gaat hier om de volgende codes:

• <aanhef>
  Wanneer deze code wordt gebruikt dan wordt de ingestelde aanhef op die positie geplaatst.

• <geslacht>
  Wanneer deze code wordt gebruikt dan wordt het ingestelde geslacht op die positie geplaatst.
  

• <voornaam>
  Wanneer deze code wordt gebruikt dan wordt de ingestelde voornaam op die positie geplaatst.

• <tussenvoegsel>
  Wanneer deze code wordt gebruikt dan wordt het ingestelde tussenvoegsel op die positie geplaatst.

• <achternaam>
  Wanneer deze code wordt gebruikt dan wordt de ingestelde achternaam op die positie geplaatst.